Liturgie dankdienst voor het leven van Harmen Kampstra
Binnen dragen onder melodie van “Een Toekomst vol van hoop”
Bemoediging en groet
Zingen: Psalm 42 vers 1 en 5
’t Hijgend hert, der jacht ontkomen,
schreeuwt niet sterker naar ’t genot
van de frisse waterstromen,
dan mijn ziel verlangt naar God.
Ja, mijn ziel dorst naar den HEER’;
God des levens, ach, wanneer
zal ik naad’ren voor Uw ogen,
in Uw huis Uw Naam verhogen?
Maar de HEER’ zal uitkomst geven
Hij, Die ’s daags Zijn gunst gebiedt.
‘k Zal in dit vertrouwen leven
en dat melden in mijn lied;
‘k zal Zijn lof zelfs in den nacht
zingen, daar ik Hem verwacht,
en mijn hart, wat mij moog’ treffen,
tot den God mijns levens heffen.
Gebed
Gedicht van Nienke over Psalm 121
Zingen: Psalm 121 vers 1 en 4
‘k Sla d’ ogen naar ’t gebergte heen,
vanwaar ik dag en nacht des Hoogsten bijstand wacht.
Mijn hulp is van den HEER’ alleen,
Die hemel, zee en aarde eerst schiep en sinds bewaarde.
De HEER’ zal u steeds gadeslaan,
opdat Hij in gevaaruw ziel voor ramp bewaar’.
De HEER’, ’t zij g’ in of uit moogt gaan,
en waar g’ u heen moogt spoeden,zal eeuwig u behoeden.
Schriftlezing: Psalm 27 (gelezen door Nies en Feikje)
Sterk in de HEERE
1 Een psalm van David.
De HEERE is mijn licht en mijn heil, voor wie zou ik vrezen?
De HEERE is mijn levenskracht, voor wie zou ik angst hebben?
2 Toen kwaaddoeners op mij afkwamen, om mij levend te verslinden
– mijn tegenstanders en mijn vijanden – struikelden zij zelf en vielen.
3 Al belegerde mij een leger, mijn hart zou niet vrezen;
al brak er een oorlog tegen mij uit, toch vertrouw ik hierop.
4 Eén ding heb ik van de HEERE verlangd, dát zal ik zoeken: dat ik wonen mag in het huis van de HEERE, al de dagen van mijn leven, om de
lieflijkheid van de HEERE te aanschouwen en te onderzoeken in Zijn tempel.
5 Want Hij doet mij schuilen in Zijn hut in dagen van onheil.
Hij verbergt mij in het verborgene van Zijn tent,
Hij plaatst mij hoog op een rots.
6 Nu heft mijn hoofd zich omhoog boven mijn vijanden, die mij omringen.
Ik zal in Zijn tent offers brengen onder geschal van trompetten;
ik zal zingen, ja, ik zal psalmen zingen voor de HEERE.
7 Hoor, HEERE, mijn stem als ik roep;
wees mij genadig en antwoord mij.
8 Mijn hart zegt tegen U wat U Zelf zegt: Zoek Mijn aangezicht.
Ik zóek Uw aangezicht, HEERE,
9 verberg Uw aangezicht niet voor mij.
Wijs Uw dienaar niet af in toorn, U bent mijn hulp geweest;
laat mij niet in de steek en verlaat mij niet, o God van mijn heil.
10 Want mijn vader en mijn moeder hebben mij verlaten,
maar de HEERE zal mij aannemen.
11 HEERE, leer mij Uw weg,
leid mij op een geëffend pad omwille van mijn belagers.
12 Geef mij niet over aan de begeerte van mijn tegenstanders, want valse
getuigen zijn tegen mij opgestaan en mensen die briesen van geweld.
13 Als ik toch niet had geloofd dat ik de goedheid van de HEERE
zou zien in het land van de levenden, ik was vergaan.
14 Wacht op de HEERE, wees sterk en Hij zal uw hart sterk maken;
ja, wacht op de HEERE.
Overweging
Zingen: Psalm 33 vers 1
Zingt vrolijk, heft de stem naar boven,
rechtvaardigen, verheft den HEER’!
Het past oprechten God te loven,
zingt Zijnen groten Naam ter eer!
Prijst Hem in uw psalmen
met de schoonste galmen,
roept Zijn weldaân uit!
Laat de keel zich paren
met den klank der snaren,
looft Hem met de luit!
Gebeden
Zingen: Lichtstad met uw paar’len poorten
Lichtstad met uw paarlen poorten
Wond’re stad zo hoog gebouwd
Nimmer heeft men hier op aarde,
Ooit uw heerlijkheid aanschouwd.
Heilig oord vol licht en glorie
Waar de boom des levens bloeit
En de stroom van levend water
Door de gouden godsstad vloeit.
Daar zal ik mijn Heer ontmoeten,
Luist’ren naar zijn liefdestem.
Daar geen rouw meer en geen tranen
In het nieuw Jeruzalem.
Schoon tehuis voor moede pelgrims
Komend uit de zandwoestijn,
Waar zij rusten van hun werken
Bij de springende fontein.
Daar zal ik mijn Heer ontmoeten,
Luist’ren naar zijn liefdestem.
Daar geen rouw meer en geen tranen
In het nieuw Jeruzalem.
Wat een vreugde zal dat wezen
Straks vereend te zijn met Hem
In die stad met paarlen poorten
In het nieuw Jeruzalem
Daar zal ik mijn Heer ontmoeten,
Luist’ren naar zijn liefdestem.
Daar geen rouw meer en geen tranen
In het nieuw Jeruzalem.
Zegen
Romeinen 14 : 7 en 8
Niemand van ons leeft voor zichzelf,
en niemand sterft voor zichzelf.
Als wij leven, leven wij voor de Heere
en als wij sterven, sterven wij voor de Heere.
Of wij dan leven of sterven, wij zijn van de Heere.
Orgelspel tijdens het uitdragen: ”Ik zal er zijn”